Benieuwd naar de echte Turkse keuken? Hoe grotmoeders hun deeg opbollen en behendig uitrollen? Vullen met knisperende spinazie of gesnipperde aardappelen en op de traditionele bolle bakplaat bakken? Dat had gekund op 9 juli bij Kunst & Vliegfabriek in Rotterdam. Selma (61) en Mukaddes (63) uit Carnisse stonden klaar het geheim van hun heerlijk gevulde broodjes te delen. Kosteloos. Angst voor de instanties, onbegrip en onwetendheid over de wet- en regelgeving gooide roet in het eten.
Straks is hun moskee dicht, met de zomervakantie. Daar zien Selma en Makaddes tegen op. Twee keer per week gaan ze naar de koranles en maandelijks naar het ontbijt met vrouwen. Helpen bij de braderie. Laatst zijn ze nog in Giethoorn geweest. Activiteiten van het gebedshuis vinden gretig aftrek bij jong en oud, voornamelijk mensen die Nederlands slecht beheersen liggen aan infuus bij de moskee. “Zonder zouden we doldraaien.”
“In de EU beheerst 62 procent van de migranten goed de taal van het land waar ze wonen. In Nederland is dat maar 44 procent.’’ Dat blijkt uit een grootschalige studie van de OESO die donderdag is verschenen. Bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling zijn de meeste rijke landen aangesloten. “De situatie in Nederland is op veel punten niet goed en is de laatste jaren ook nog verder verslechterd. We maken ons daar zorgen over’’, zeggen onderzoekers in het AD.
Gevulde broodjes van Selma en Mukaddes zijn een fenomeen in de moskee. Ze gaan dolgraag in op het aanbod of ze een keer willen laten zien hoe ze hun gevulde broodjes maken en in contact te komen met anderen. Kunst & Vliegfabriek is om de hoek, Angelique Suijkerbuijk is erg enthousiast en wil faciliteren.
De twee vriendinnen willen hun kunsten in de keuken vertonen en zorgen dat gasten lekker te eten krijgen in overvloed. Koken voor anderen is hun teken van liefde en genegenheid. Ze bloeien op door complimenten. Maar ze zijn bang. Heel erg bang, dat ze problemen krijgen met de sociale dienst of hun met veel moeite gekregen schoonmaakhulp van een paar uurtjes in de week hen wordt afgepakt. Selma heeft bij de gemeente gevraagd of ze haar geen brieven meer willen sturen. “Telkens krijg ik hartkloppingen als er een envelop van de gemeente op de mat valt.”
“Weet je het zeker”, vragen ze minstens tien keer, “worden onze uitkeringen niet ingekort? Wat als we de hulp verliezen?” Problemen met de overheid, dat is het laatste waar ze op zitten te wachten.
De plek kennen ze als een tweedehandswinkeltje. Dat het veranderd was in een buurtclub, hadden ze niet in de gaten. De flyers op de ramen lopen ze straal voorbij. Een groep vrouwen die binnen schilderles krijgt, schaft toegang tot het zaaltje. Blij horen zij de plannen aan. Ze gaan ook komen op de 9nde. “Weet je wat ook lekker is? Lahmacun!”, zegt Mukaddes. Op het menu wil ze de Turkse pizza toevoegen.
De grootste zorg voor Mukaddes en Selma blijft: Wat als iemand hen “aangeeft” bij de gemeente? Dat ze te horen krijgen, als jullie broodjes kunnen bakken kunnen jullie ook gaan werken. En die hulp hebben jullie dan ook niet nodig. Dat het vrijwilligerswerk is om het uit te proberen stelt hen enigszins gerust. Maar de vraag blijft: “Gaat de gemeente niet moeilijk doen?”
“Iedereen kent mij, ik woon hier al ruim 40 jaar”, zegt Mukaddes. Ze gaan over haar roddelen, vreest ze. Alleenstaande vrouw die meewerkt aan zo’n dag met gevulde broodjes, zullen ze denken. “Wat als iemand dat doorgeeft aan de gemeente? Er is veel jaloezie en afgunst onderling, weet je.”
Niets anders dan lof over hun spaarzame contacten met anderen. Mukaddes: “Mensen zijn vriendelijk en aardig, ik heb gehoord dat vlakbij waar we laatst zijn geweest racisten zijn maar persoonlijk heb ik er gelukkig nooit mee te maken gehad.” Selma: “Mijn man is 10 jaar geleden overleden. Mijn Nederlandse buurrouw zag mijn verdriet en heeft me meegenomen naar een bouwmarkt. Je hebt kleur in je leven nodig, zei ze. Ze heeft mijn huis geverfd. Allah heeft mij veel te dragen gegeven, ik had niet eens de kracht mijn hand op te tillen.” “Hij test ons”, stelt Mukaddes haar gerust, “om te kijken of we hem trouw blijven. God zegene jou ook vandaag.” “Amin!”
Ze hebben gezondheidskwalen, levensvermoeidheid, maar hebben een dak boven hun hoofd en een uitkering. Hun dankbaarheid is groot. Ze zijn blij met hun families hier, hun uitjes naar de markt en de Beijerlandselaan waar ze Turkse winkeltjes bezoeken en soms wat eten. “We leven ergens tussen in”, zegt Selma. “Niet als Turken in Turkije, niet als Nederlanders hier.” Ze krijgt een keer in de week Nederlandse les. De naam van de organisatie of het adres moet ze verschuldigd blijven. Bij de Zuidplein. Ze oriënteert zich op gebouwen.
Het afscheid is hartelijk. De volgende ochtend hebben ze koranles. Ze gaan vragen of andere vrouwen ook willen komen. “Dan is dit zaaltje veel te klein! Ze overstromen hier als ze het horen. Laat ze maar thuis blijven”, zegt Mukaddes.
Vrijdag stuurt ze een bericht dat ze er van afziet. Gebrek aan wet- en regelgeving en angst voor de Nederlandse autoriteiten is diepgeworteld. Ze is ervan overtuigd dat de overheid erop uit is hen te straffen. “Ik vertrouw het niet. Ze zoeken een smoesje ons te pakken.” Ze had een huis in Turkije. Dat gaf zo veel problemen. Kan een getekende toestemming van de gemeente haar geruststellen? “Het levert mij te veel stress op. We moeten de moskee draaiend houden. Dat is genoeg.”
Selma is gevallen en kan ook niet meer meedoen. “Bij de Lidl ben ik gegleden. Er lag een druif, die heb ik niet gezien.” Met haar zere knie ging ze toch naar de taalles. “Gelukkig was ik daar, van de gemeente kwamen ze controleren.” Althans dat denkt ze. “Ze hebben ons gefilmd. Onze docente zei dat ik er altijd ben.” Dat heeft haar gerustgesteld. Na de pauze mocht ze naar huis. Dit jaar is de taalles nog verplicht. Of ze volgend jaar ook gaat? Daar moet ze over nadenken.
De conclusie van de OESO-onderzoekers luidt: “Als je integratie wilt moet je er gewoon méér in investeren. Nederland doet wel wàt, maar minder dan andere landen zoals Duitsland en Zweden die landen boeken betere resultaten.’’
Wat er buiten hun omgeving zich afspeelt is de vrouwen een raadsel. Als ze al het aanbod weten te vinden dat aansluit op hun belevingswereld aan de kwetsbare kant van de samenleving. Amper op de hoogte van wet- en regelgeving, voelen ze zich bedreigd, aangevallen of slachtoffers. De kans op een nieuwe aanvaring met de overheid houdt hen in de wurggreep. Hoe ouder hoe afhankelijker ze worden van het aanbod van de moskee. Blijf bij elkaar veilig en beschermd met gevoel van eigenwaarde. Zoals een oude Turkse gezegde luidt: “Wie de kudde verlaat, wordt gepakt door de wolven.”
Mukaddes: “We zijn alleen. Als we ziek worden, hebben we niemand die ons een glas water komt brengen. Godzijdank is dat nu niet nodig, maar wat als we dat nodig hebben en de gemeente ons niet meer wil helpen?”
Noot: In verband met privacy zij de namen gefingeerd. Ze beloofden te komen. Ik had er een hard hoofd in. Ze zijn gekomen en hebben geholpen.
Reactie plaatsen
Reacties