Van de Rotterdamse Wijnhaven naar de Goudsesingel is welgeteld 1,9 km, nog geen 5 minuten rijden. Ons gesprek duurt niet langer. Ik moet naar de dierenkliniek, de assistente wacht al een tijdje op Tibs. De afscheid is even haastig en eigenaardig als onze ontmoeting. “Dank je wel voor de lift.” “Geen dank.”
Het sneeuwt al dagen. Tibs is geopereerd en herstelt thuis. Ze is een beeldschone Maine Coon, een langharige en liefdevolle kat. Ze bleek met stukjes rubber in haar maag te zitten. Waarom ze dacht dat ze die kan verteren weten we niet. Aangezien ze toch opengesneden lag op de operatietafel is ze gelijk geholpen aan een geboorteafwijking. Haar lever drukte zwaar op haar hart, dat schijnt een erfelijke aandoening te zijn bij dit ras.
Tibs is van nature poeslief maar ze kan ook scherp uithalen. Ze heeft mijn hand gebeten en diep gekrast in mijn linkerpols, terwijl ik de flinke hechtingen in haar onderbuik probeerde te verzorgen. Dan maar naar de dierenarts.
De afspraak om 15 uur zou ik gemakkelijk halen, maar de ene na de andere Uber-rijder laat het afweten. Ik loop te ijsberen in de tochtportaal. De loodgieter parkeert zijn bus en komt aanlopen met lange buizen. Ik probeer hem te helpen met de schuifdeur, die gaat automatisch open. “Ik ben hier ook niet thuis”, zeg ik en wijs naar de kattenmand, “ik ben de oppas oma.” Hij lacht slap en loopt door de tweede schuifdeur. “Bij de lift staan van die verhuiskarren. Misschien makkelijker”, roep ik.
Met tegenzin laat ik Tibs in de hal. Alsof het helpt, ga ik in de uitkijk staan voor de chauffeur. Het gevoelstemperatuur buiten is min 10 graden. Ik loop terug naar binnen, weer naar buiten en weer naar binnen. De klusjesman is terug, ziet mijn bezorgdheid en wil graag helpen. De buizen heeft hij bij de lift gezet. Ik laat hem mij en Tibs naar de dierenkliniek brengen.
“Turks?”
“Ja, van afkomst. Jij?”
Het gesprek in het Turks verloopt aangenaam en ontspannen.
Mijn redder in nood is op zijn 2de naar Rotterdam gekomen.
Zijn moeder belt en vraagt in het Turks hoe laat hij naar huis zal komen.
Hij zet de ruitenwissers een tandje hoger.
Al houden we beiden meer van lekker weer, liefde voor Rotterdam verbindt ons.
“Kids?”
“Ja, ze wonen bij hun moeder.”
“Zie je hen weekenden?”
“Nee, niet”
“Jammer. Waarom?”
“Mag ik niet”, zegt hij terwijl hij wegkijkt.
“Waarom?”
“Door verboden wapenbezit.”
Dat heeft hij gebruikt.
“Jeetje! Ik hoop dat ie nog leeft!”
“Ja, hij leeft nog. Hij moest voelen wat ik heb gevoeld, hij mag niet vergeten wat hij mij heeft aangedaan.”
"Hoe kwam je aan een wapen?"
"Ach, dat is zo gemakkelijk..."
Daar twijfel ik niet aan en wil er de fijne van weten! Echt, maar ik moet weg en hij moet verder.
“Je moet je woede beheersen”, zeg ik terwijl ik noodgedwongen uitstap, “en blijf af van wapens!”
De wond van Tibs blijkt ontstoken, ze moet antibiotica nemen. Verder gaat ze goed, ze is 200 gram aangekomen en heeft geen koorts. De rekening volgt nog.
Hulya Aydogan maart 2023
Reactie plaatsen
Reacties